BIJ DE DIENSTEN
Preek 22 mei 2022 Gorinchem Ds Marloes Meijer, Engelen
In pdf formaat: Overdenking 22 mei 2022
Preek Gert Landman 18 september 2022:
Preek Maarten Diepenbroek 22 september 2022:
Overdenking van Pastor Pieter Visschers 13 november 2022
Preek Maarten Diepenbroek 22 januari 2023
ELG Gorinchem, 22 januari 2023 gevierd als 2
e
zondag na
Epifanie, Kanazondag
Inleiding op de lezingen
In de eerst lezing uit Numeri staat het water centraal, het water van Meriba.
Het volk Israël is in de woestijn en er is geen water.
Mozes krijgt de van de Heer een drievoudige opdracht: neem de staf, roep
de gemeenschap samen en spreek tot de rots en die zal water geven. Maar
hij houdt zich alleen aan de eerste twee opdrachten: hij neemt de staf mee
en roept de gemeenschap samen. Daarna laat hij zichzelf gaan tegenover
het volk en slaat hij tweemaal op de rots. Dat was niet de opdracht. Dit wordt
hem door God kwalijk genomen. Hij heeft niet het vertrouwen gehad ‘om de
Heer heilig te houden’, hij neemt zelf het heft in handen. Mozes en Aaron
zullen het beloofde land niet zien.
Het is een bitter verhaal, over het tekort en de verwijten die over en weer
ontstaan. Over de eerste lezing uit Numeri valt nog heel veel te zeggen, maar
vanmorgen zal ik in de preek stilstaan bij de evangelielezing. Ook daarin gaat
het over het tekort, hoe je, als de wijn opraakt, weer nieuwe bronnen kunt
aanboren.
Preek
Gemeente van Christus,
Vandaag vieren wij een bruiloft. Een bruiloft is het feest van de verbindingen.
Natuurlijk in de eerste plaats de verbintenis tussen twee mensen, die hun
liefde voor elkaar uitspreken. Maar als het goed is worden op zo’n dag ook
andere verbintenissen gevierd: familierelaties en vriendschappen.
In het bruiloftsfeest dat de kerk van vandaag viert, worden ook de banden
aangehaald. Brood en wijn verbinden ons met Jezus zelf.
Ook de apostel Paulus spreekt in zijn brief aan de Romeinen over
verbondenheid. Wees blij met hen die verblijd zijn en heb verdriet met wie
verdriet heeft. Paulus heeft het over een oprechte liefde, die zich naar alle
mensen uitstrekt, zelfs naar je vijanden. Een oprecht liefde, die steeds het
goede zoekt, in alle mensen.
Een prachtige lezing voor een bruiloftsfeest als vandaag. Toch is het niet
allemaal peis en vree, wat wij vandaag lezen. De lezing uit Johannes is geen
zoete suikertaart. Het is geen Hollywood-bruiloft waar de romantiek van
afspat. Het is geen huwelijk om bij weg te zwijmelen, met meisjes in witte
jurken. Het is als het echte leven. Iemand zei eens: ‘Getrouwd zijn is gewoon
heel hard werken’. Er zijn momenten waarop de wijn op dreigt te raken en
de bodem in zicht komt.
Juist op een bruiloftsfeest komen soms ingewikkelde familieverhoudingen
naar boven. Die ene oom die je liever niet uitnodigt of je vader die zijn eigen
ideeën heeft bij hoe jij die dag zou moeten vormgeven. Het is opvallend dat
we in het verhaal over bruiloft te Kana niets horen over het bruidspaar zelf,
maar dat Johannes inzet bij de moeder van Jezus.
Johannes vertelt in vers 1: ‘Op de derde dag was er een bruiloft in Kana. De
moeder van Jezus was er’. Tussen de regels valt er veel te lezen. Het gebeurt
op de derde dag. De Opstandingsdag. Na drie dagen zal Jezus opstaan uit de
dood.
Opvallend is natuurlijk ook dat Maria als eerste wordt genoemd. Het begint
dus niet bij Jezus, maar bij de moeder van Jezus. Bij een bruiloft spelen je
ouders, ook als ze niet er meer zijn of er niet bij zijn omdat banden
verbroken zijn, hoe dan ook een rol.
Maria speelt in ieder geval de hoofdrol vanmorgen. Wanneer er een tekort
aan wijn ontstaat, is zij het die Jezus wijst op het tekort. Maria constateert
dat er iets mis dreigt te gaan. Ze heeft een scherp oog. De wijn wordt
minder.
Dat ‘alles minder wordt’ is een ervaring die wij ook kennen. In de zorg zijn er
minder handen aan het bed, onderwijzers staan minder uren voor de klas, er
is minder geld om hetzelfde te doen. Ook in de kerken wordt er vaak
gesproken over het dreigend tekort, tekort aan geld, tekort aan mensen.
De wijn raakt op, de bodem komt in zicht. Het zou ook een beeld kunnen zijn
voor relaties tussen mensen. Soms is de jeu eruit, je raakt op elkaar
uitgekeken, de passie en het vuur zijn weg. Hoe kan in zo’n schrale en
uitgebluste toestand de gloed van het begin weer terugkomen? Maria stelt
een fundamentele vraag.
De reactie van Jezus op zijn moeder is schokkend. Het lijkt alsof hij haar op
een botte manier aan de kant zet. ‘Wat wilt u van mij?’, zegt Jezus. In de
grondtekst is het nog heftiger, letterlijk staat er: ‘wat is er tussen ik en jij,
vrouw?’. Het is een Hebreeuwse manier van zeggen, waarbij de een de ander
op afstand zet. Zoiets als: ‘waar bemoei je je mee’ of ‘laat me toch met rust’.
Jezus noemt haar vrouw. Wat een afstandelijke manier om je moeder aan te
spreken. Het is alsof zij op dit moment geen moeder meer is. Jezus snijdt de
moederband door. Het lijkt me vreselijk als je eigen zoon of dochter je
aanspreekt met mevrouw of meneer. Het is alsof Jezus hier voor even de
moederband verbreekt.
Misschien is dat soms ook nodig, dat een kind zich even losmaakt van vader
of moeder. Hoe pijnlijk dat ook kan zijn, soms is het nodig om op eigen
benen te gaan staan. Het is nog niet mijn tijd, zegt Jezus. Het koninkrijk van
God kent zijn eigen tijd. Wij kunnen soms ongeduldig zijn, maar de Eeuwige
gaat zijn ongekende gang. Soms moeten wij dat proces niet verstoren. Zoals
een goede wijn moet rijpen. Je moet dat niet willen forceren. Geduld is dan
nodig. En ruimte. Mensen moeten tot hun recht kunnen komen.
Maria spreekt de bedienden aan en zegt hen te doen wat Jezus zegt.
Letterlijk staat er: de diakenen. Dat klinkt iets mooier dan bedienden. Het
zijn dienaars. Zoals ook een predikant ‘dienaar van het goddelijke woord’
wordt genoemd en de letterlijke vertaling van het Latijnse minister, dienaar
is. Ene kerk, een geloofsgemeenschap, kan niet bestaan zonder diakenen,
zonder diaconie.
Diakenen laten zij zien wat Gods liefde is, namelijk een dienende liefde die
zichzelf schenkt als de beste wijn.
Jezus laat de diakenen de stenen watervaten vullen met water. Het gaat hier
om een soort grote kruiken met inhoud van ongeveer 80 á 120 liter. Leuk
vind ik dat er staat dat de dienaars de vaten vullen tot de rand. Niet van dat
benauwde. Ze gaan tot op het randje. De diaconie schenkt met een royale
maat.
En dan zegt Jezus: ‘schep er nu iets uit en breng het naar de
ceremoniemeester.’ Het valt mij op dat Jezus hier in feite niet iets bijzonders
doet. Er is geen magische spreuk of een tot de verbeelding sprekende
handeling. Jezus zwaait niet met zijn armen. Er wordt geen show of theater
van gemaakt. Het is eigenlijk heel eenvoudig allemaal. Schep er iets uit.
Scheppen is putten in het Grieks. Put uit je bronnen. Jezus leert dat er
bronnen waar een mens in tijden van schaarste op terug kan vallen.
De ceremoniemeester is vol verbazing: wat een goede wijn, dat jullie die die
nu, tegen het einde van het feest, schenken! Hij wist niet waar de wijn
vandaan kwam, staat er fijntjes, maar de diakenen weten het wel. Zij weten
de bron te vinden.
Na alle verbazing en verwondering komt de auteur zelf weer in beeld. ‘Dit
heeft Jezus gedaan als eerste teken in Galilea, hij toonde zo zijn heerlijkheid
en zijn leerlingen vertrouwden hem.’ Let op: er staat “teken” en niet
“wonder”. Het wonder is een teken. Jezus geeft betekenis aan het alledaagse
leven. Iets alledaags als water wordt wijn. In het alledaagse ligt het wonder.
Zo geeft God zin en betekenis aan onze levens.
In onze verhoudingen die soms sleets raken, in onze tekorten, in ons gemis
en gebrek, juist daar mag het gaan gloeien en knisperen. Juist daar komt
Gods liefde aan het licht.
En Jezus en Maria, komt het nog goed tussen moeder en zoon? Tegen het
einde van het evangelie van Johannes spreekt Jezus Maria nog één keer als
vrouw aan. Dat is wanneer hij aan het kruis hangt. Johannes vertelt dat Jezus
zijn moeder ziet staan naast de discipel die hij zo lief had, zijn meest geliefde
leerling. Daar aan het kruis ziet hij zijn moeder. En het zegt tegen haar:
Vrouw, zie uw zoon. En daarna tegen de discipel: zie uw moeder. Een
ontroerende passage.
Hij herkent Maria weer als zijn moeder en draagt nu het niet meer kan, de
zorg voor zijn moeder over aan de leerling van wie hij veel houdt. De band
tussen moeder en zoon mocht dan even onderbroken zijn, maar ze blijven
verbonden met elkaar.
Vandaag vieren wij de onopgeefbare verbondenheid tussen God en mens.
En wij drinken van de bruiloftswijn, het bloed van Christus, dat mensen aan
elkaar verbindt, en diepe kloven overbrugt. Wij zijn één in Christus. Moge
Zijn bloed ons hart in vuur en vlam zetten.
Telkens als wij denken, dat de bodem in zicht komt, we onszelf tekort voelen
schieten, dan schenkt God de allerbeste wijn en nodigt Hij ons uit, en
worden wij genodigd die rijkdom met elkaar te delen, wanneer Hij zegt: doe
dit tot mijn gedachtenis.
In de naam van de Vaderen de Zoon en de heilige Geest.
Amen.
Preek en overdenkingen
Inmiddels is er een aantal diensten te zien op ons eigen You Tube
kanaal Lutherse kerk Gorinchem
Dienst Ds Erwin de Fouw Kerkdienst 11-4-2021 Ds. E. de Fouw -
YouTube
Dienst Ds Marloes Meijer uit Engelen: Kerkdienst 30-05-2021 ds.
M.Meijer - YouTube
Dienst Pastor Pieter Visschers: Kerkdienst 20-6-2021 Pastor Pieter
Visschers - YouTube
Preek 22 mei 2022 Uitgesproken door Ds Marloes Meijer uit Engelen:
Overdenking 22 mei 2022
Preek Ds Gert Landman 18 september 2022
Preek Maarten Diepenbroek 25 september 2022
Overdenking van Pastor Pieter Visschers 13 november 2022
Preek Maarten Diepenbroek 22 januari 2023
ELG Gorinchem, 22 januari 2023 gevierd als 2
e
zondag na Epifanie, Kanazondag
Inleiding op de lezingen
In de eerst lezing uit Numeri staat het water centraal, het
water van Meriba. Het volk Israël is in de woestijn en er is
geen water.
Mozes krijgt de van de Heer een drievoudige opdracht:
neem de staf, roep de gemeenschap samen en spreek tot
de rots en die zal water geven. Maar hij houdt zich alleen
aan de eerste twee opdrachten: hij neemt de staf mee en
roept de gemeenschap samen. Daarna laat hij zichzelf
gaan tegenover het volk en slaat hij tweemaal op de rots.
Dat was niet de opdracht. Dit wordt hem door God kwalijk
genomen. Hij heeft niet het vertrouwen gehad ‘om de
Heer heilig te houden’, hij neemt zelf het heft in handen.
Mozes en Aaron zullen het beloofde land niet zien.
Het is een bitter verhaal, over het tekort en de verwijten
die over en weer ontstaan. Over de eerste lezing uit
Numeri valt nog heel veel te zeggen, maar vanmorgen zal
ik in de preek stilstaan bij de evangelielezing. Ook daarin
gaat het over het tekort, hoe je, als de wijn opraakt, weer
nieuwe bronnen kunt aanboren.
Preek
Gemeente van Christus,
Vandaag vieren wij een bruiloft. Een bruiloft is het feest
van de verbindingen. Natuurlijk in de eerste plaats de
verbintenis tussen twee mensen, die hun liefde voor
elkaar uitspreken. Maar als het goed is worden op zo’n
dag ook andere verbintenissen gevierd: familierelaties en
vriendschappen.
In het bruiloftsfeest dat de kerk van vandaag viert,
worden ook de banden aangehaald. Brood en wijn
verbinden ons met Jezus zelf.
Ook de apostel Paulus spreekt in zijn brief aan de
Romeinen over verbondenheid. Wees blij met hen die
verblijd zijn en heb verdriet met wie verdriet heeft. Paulus
heeft het over een oprechte liefde, die zich naar alle
mensen uitstrekt, zelfs naar je vijanden. Een oprecht
liefde, die steeds het goede zoekt, in alle mensen.
Een prachtige lezing voor een bruiloftsfeest als vandaag.
Toch is het niet allemaal peis en vree, wat wij vandaag
lezen. De lezing uit Johannes is geen zoete suikertaart.
Het is geen Hollywood-bruiloft waar de romantiek van
afspat. Het is geen huwelijk om bij weg te zwijmelen, met
meisjes in witte jurken. Het is als het echte leven. Iemand
zei eens: ‘Getrouwd zijn is gewoon heel hard werken’. Er
zijn momenten waarop de wijn op dreigt te raken en de
bodem in zicht komt.
Juist op een bruiloftsfeest komen soms ingewikkelde
familieverhoudingen naar boven. Die ene oom die je
liever niet uitnodigt of je vader die zijn eigen ideeën heeft
bij hoe jij die dag zou moeten vormgeven. Het is
opvallend dat we in het verhaal over bruiloft te Kana niets
horen over het bruidspaar zelf, maar dat Johannes inzet
bij de moeder van Jezus.
Johannes vertelt in vers 1: ‘Op de derde dag was er een
bruiloft in Kana. De moeder van Jezus was er’. Tussen de
regels valt er veel te lezen. Het gebeurt op de derde dag.
De Opstandingsdag. Na drie dagen zal Jezus opstaan uit
de dood.
Opvallend is natuurlijk ook dat Maria als eerste wordt
genoemd. Het begint dus niet bij Jezus, maar bij de
moeder van Jezus. Bij een bruiloft spelen je ouders, ook
als ze niet er meer zijn of er niet bij zijn omdat banden
verbroken zijn, hoe dan ook een rol.
Maria speelt in ieder geval de hoofdrol vanmorgen.
Wanneer er een tekort aan wijn ontstaat, is zij het die
Jezus wijst op het tekort. Maria constateert dat er iets mis
dreigt te gaan. Ze heeft een scherp oog. De wijn wordt
minder.
Dat ‘alles minder wordt’ is een ervaring die wij ook
kennen. In de zorg zijn er minder handen aan het bed,
onderwijzers staan minder uren voor de klas, er is minder
geld om hetzelfde te doen. Ook in de kerken wordt er
vaak gesproken over het dreigend tekort, tekort aan geld,
tekort aan mensen.
De wijn raakt op, de bodem komt in zicht. Het zou ook
een beeld kunnen zijn voor relaties tussen mensen. Soms
is de jeu eruit, je raakt op elkaar uitgekeken, de passie en
het vuur zijn weg. Hoe kan in zo’n schrale en uitgebluste
toestand de gloed van het begin weer terugkomen? Maria
stelt een fundamentele vraag.
De reactie van Jezus op zijn moeder is schokkend. Het lijkt
alsof hij haar op een botte manier aan de kant zet. ‘Wat
wilt u van mij?’, zegt Jezus. In de grondtekst is het nog
heftiger, letterlijk staat er: ‘wat is er tussen ik en jij,
vrouw?’. Het is een Hebreeuwse manier van zeggen,
waarbij de een de ander op afstand zet. Zoiets als: ‘waar
bemoei je je mee’ of ‘laat me toch met rust’.
Jezus noemt haar vrouw. Wat een afstandelijke manier
om je moeder aan te spreken. Het is alsof zij op dit
moment geen moeder meer is. Jezus snijdt de
moederband door. Het lijkt me vreselijk als je eigen zoon
of dochter je aanspreekt met mevrouw of meneer. Het is
alsof Jezus hier voor even de moederband verbreekt.
Misschien is dat soms ook nodig, dat een kind zich even
losmaakt van vader of moeder. Hoe pijnlijk dat ook kan
zijn, soms is het nodig om op eigen benen te gaan staan.
Het is nog niet mijn tijd, zegt Jezus. Het koninkrijk van God
kent zijn eigen tijd. Wij kunnen soms ongeduldig zijn,
maar de Eeuwige gaat zijn ongekende gang. Soms
moeten wij dat proces niet verstoren. Zoals een goede
wijn moet rijpen. Je moet dat niet willen forceren. Geduld
is dan nodig. En ruimte. Mensen moeten tot hun recht
kunnen komen.
Maria spreekt de bedienden aan en zegt hen te doen wat
Jezus zegt. Letterlijk staat er: de diakenen. Dat klinkt iets
mooier dan bedienden. Het zijn dienaars. Zoals ook een
predikant ‘dienaar van het goddelijke woord’ wordt
genoemd en de letterlijke vertaling van het Latijnse
minister, dienaar is. Ene kerk, een geloofsgemeenschap,
kan niet bestaan zonder diakenen, zonder diaconie.
Diakenen laten zij zien wat Gods liefde is, namelijk een
dienende liefde die zichzelf schenkt als de beste wijn.
Jezus laat de diakenen de stenen watervaten vullen met
water. Het gaat hier om een soort grote kruiken met
inhoud van ongeveer 80 á 120 liter. Leuk vind ik dat er
staat dat de dienaars de vaten vullen tot de rand. Niet van
dat benauwde. Ze gaan tot op het randje. De diaconie
schenkt met een royale maat.
En dan zegt Jezus: ‘schep er nu iets uit en breng het naar
de ceremoniemeester.’ Het valt mij op dat Jezus hier in
feite niet iets bijzonders doet. Er is geen magische spreuk
of een tot de verbeelding sprekende handeling. Jezus
zwaait niet met zijn armen. Er wordt geen show of theater
van gemaakt. Het is eigenlijk heel eenvoudig allemaal.
Schep er iets uit. Scheppen is putten in het Grieks. Put uit
je bronnen. Jezus leert dat er bronnen waar een mens in
tijden van schaarste op terug kan vallen.
De ceremoniemeester is vol verbazing: wat een goede
wijn, dat jullie die die nu, tegen het einde van het feest,
schenken! Hij wist niet waar de wijn vandaan kwam, staat
er fijntjes, maar de diakenen weten het wel. Zij weten de
bron te vinden.
Na alle verbazing en verwondering komt de auteur zelf
weer in beeld. ‘Dit heeft Jezus gedaan als eerste teken in
Galilea, hij toonde zo zijn heerlijkheid en zijn leerlingen
vertrouwden hem.’ Let op: er staat “teken” en niet
“wonder”. Het wonder is een teken. Jezus geeft betekenis
aan het alledaagse leven. Iets alledaags als water wordt
wijn. In het alledaagse ligt het wonder. Zo geeft God zin
en betekenis aan onze levens.
In onze verhoudingen die soms sleets raken, in onze
tekorten, in ons gemis en gebrek, juist daar mag het gaan
gloeien en knisperen. Juist daar komt Gods liefde aan het
licht.
En Jezus en Maria, komt het nog goed tussen moeder en
zoon? Tegen het einde van het evangelie van Johannes
spreekt Jezus Maria nog één keer als vrouw aan. Dat is
wanneer hij aan het kruis hangt. Johannes vertelt dat
Jezus zijn moeder ziet staan naast de discipel die hij zo lief
had, zijn meest geliefde leerling. Daar aan het kruis ziet
hij zijn moeder. En het zegt tegen haar: Vrouw, zie uw
zoon. En daarna tegen de discipel: zie uw moeder. Een
ontroerende passage.
Hij herkent Maria weer als zijn moeder en draagt nu het
niet meer kan, de zorg voor zijn moeder over aan de
leerling van wie hij veel houdt. De band tussen moeder
en zoon mocht dan even onderbroken zijn, maar ze
blijven verbonden met elkaar.
Vandaag vieren wij de onopgeefbare verbondenheid
tussen God en mens. En wij drinken van de bruiloftswijn,
het bloed van Christus, dat mensen aan elkaar verbindt,
en diepe kloven overbrugt. Wij zijn één in Christus. Moge
Zijn bloed ons hart in vuur en vlam zetten.
Telkens als wij denken, dat de bodem in zicht komt, we
onszelf tekort voelen schieten, dan schenkt God de
allerbeste wijn en nodigt Hij ons uit, en worden wij
genodigd die rijkdom met elkaar te delen, wanneer Hij
zegt: doe dit tot mijn gedachtenis.
In de naam van de Vaderen de Zoon en de heilige Geest.
Amen.
.