Verslag Kerkenraad
Er zijn verschillende punten behandeld in de
kerkenraadsvergadering. Hieronder vindt u een
aantal belangrijke punten:
De financiën van de Diaconie en de
kerkcijfers zijn weer gecontroleerd en zijn
weer ingevoerd in FRISS. Dank aan alle
betrokkenen voor het uitgevoerde werk om
dit weer voor elkaar te krijgen.
Afgelopen december hebben wij afscheid
genomen van Bob van der Meulen als
kerkenraadslid voor onze gemeente. Bob is
ruim 22 jaar dienstbaar geweest in onze
kerk en voor onze gemeente, zoals het
schrijven van uitgebreide speeches voor
gemeenteleden, het schrijven van stukken in
de nieuwsbrief en Kruispunt. Ook het
verzorgen van bezoeken bij andere
gemeenten en de kloosterweekenden is
door Bob georganiseerd. Wij zijn Bob erg
dankbaar voor al het werk wat hij heeft
verricht voor, in en rond onze kerk. Hopelijk
mogen wij je af en toe nog wat vragen
blijven stellen!
Het vertrek van Bob uit de kerkenraad,
zorgde voor een vacature in de kerkenraad
van onze mooie kerk. Wij zijn verheugd dat
Renate van Maaren ons heeft
kennisgegeven, dat zij graag naar voren wilt
treden om Bob te vervangen. De
bevestiging van Renate zal tijdens de dienst
op 17 maart plaatsvinden.
De kerst periode ligt achter ons. Wij kijken
terug op een aantal mooie diensten en
vieringen. Als voorbeeld hebben wij dienst
van 17 december met de lekkere en
gezellige kerstbrunch. Dank voor alle
moeite die is genomen voor het maken van
lekkernijen. Ook de prachtige
kerstnachtdienst, voorgegaan door Dirk
Ophoff en met muzikale ondersteuning van
Lucia van Vught en Noël Castelijn, zorgde
voor een volle kerk.
Maarten Luther en de kerkmuziek.
Om
Maarten
Luther
(1483
-
1546)
te
plaatsen
in
de
ontwikkeling
van
de
kerkmuziek,
volgt
eerst
een
korte
voorgeschiedenis.
Men
vermoedt
dat
de
oudste
liturgische
gezangen
zijn
afgeleid
van
de
Joodse
tempelzangen.
Daaruit
heeft
zich
in
de
loop
der
tijd
het
Gregoriaans
ontwikkeld.
Deze
muziek
klinkt
tot
op
de
dag
van
vandaag
nog
in
kloosters
en
kerken.
De
taal
waarin
wordt
gezongen
is
het
Latijn
en
de
melodieën
kennen
geen
vaste
coupletten
en
maatsoorten.
Niet
echt
geschikt dus voor massale samenzang.
Luther
had
andere
ideeën.
Hij
wilde
dat
de
gewone
kerkgangers
actief
konden
meezingen
in
de
eigen
landstaal.
Maar
dat
werd
hem
door
de
kerk
in
zijn
tijd
niet
in
dank
afgenomen!
‘Luthers
liederen
hebben
aan
de
zielen
meer
schade
aangericht
dan
al
zijn
geschriften
en
redevoeringen.’
Deze
vertwijfelde
vaststelling
deed
een
jezuïet
in
1620.
Zijn
woorden
laten
zien
dat
men
zich
in
de
16e
en
17e
eeuw
terdege
realiseerde
hoe
belangrijk
het
lied
was
voor
de
verspreiding
van
het
godsdienstig
gedachtengoed.
Propaganda
was
één
van
de
redenen
waarom
er
tijdens
de
Reformatie
zoveel
geestelijke
liederen
zijn
ontstaan.
Kort
daarvoor
was
de
boekdrukkunst
uitgevonden.
De
liederen
konden
voortaan
eenvoudig
vermenigvuldigd
en
verspreid
worden.
‘De
gewone
man’
ging
in
zijn
eigen
volkstaal
zingen.
Uit
liturgische,
catechetische
en
pastorale
overwegingen was dat zeer gewenst.
Want
wat
troffen
onze
reformatoren,
Luther,
Calvijn
en
Zwingli
zoal
aan
in
de
kerk?
Wel,
in
het
begin
van
de
16e
eeuw
was
de
vroegchristelijke
muziek
uitgegroeid
tot
een
machtige
boom,
waaraan
de
volgende
takken
waren
te
onderscheiden:
1
.
Solistische
zangen
voor
de
voorganger
(zoals bijv. acclamaties).
2
.
Composities voor koor (bijv. de missen).
3
.
Geestelijke
liederen
voor
de
gemeente
(bijv.:
tropen en hymnen, zeer weinig).
4
.
Responsoriale- en antifonale zangen.
Ten aanzien van de wijze van uitvoering:
5.
Gebruik
van
éénstemmige
instrumenten,
zoals
trompet,
bazuin,
vedel,
blokfluit,
kromhoorn,
enz. enz.
6.
Gebruik
van
een
meerstemmig
instrument
zoals het orgel.
De
drie
hervormers
hebben
bij
de
reorganisatie
van
de
eredienst
een
verschillend
beleid
gevoerd.
Luther
zou
je
kunnen
vergelijken
met
een
tuinman.
Met
een
snoeischaar
knipte
hij
wat
dood
hout
weg
uit
de
muzikale
kerkboom
en
met
een
schepje
potgrond
bemestte
hij
het
een
en
ander.
Calvijn
is
meer
een
soort
gemeentewerker
bij
de
plantsoenendienst.
Met
kettingzaag
en
bladblazer
verwijderde
hij
alles,
behalve
de
eenstemmige
gemeentezang.
En
tenslotte
Zwingli.
Deze
was
meer
van
de
chemische
bestrijdingsmiddelen.
In
zijn
gemeente
werd
niet
meer
gezongen!
Op
zich
nogal
verwonderlijk,
want
Zwingli
was
zeer
muzikaal.
Hij
was
een
goede
dichter
en
bespeelde
minstens
twaalf
verschillende
instrumenten
op
hoog niveau.
Maar
nu
houden
we
ons
bezig
met
de
ideeën
van
Luther
over
kerkmuziek.
Op
alle
zes
genoemde
rubrieken
zei
Luther
in
principe:
ja!
Maar
niet
kritiekloos.
Hij
zag
heel
goed
in
dat
rubriek
3,
‘gemeentezang’,
zeer
mager
was
bedeeld.
Daar
moest
wat
aan
gedaan
worden!
Daar
zal
ik
in
een
volgend stukje wat meer over vertellen.
Henny Blom
De Algoede zegene u en allen die u lief zijn.
Als inspiratie kijkt en luistert U
naar het fenomenale “ Erbarme dich” uit de Mattheus Passion
www.youtube.com/watch?v=BBeXF_lnj_M